In onze huidige wereld is werken van 9 tot 5 eerder uitzondering dan regel. 20% van de werkende volwassenen, de zogenaamde ploegenarbeiders, werken buiten deze "reguliere kantooruren" om onze economie draaiende te houden. Wat we ons echter soms niet realiseren is dat deze mensen vaak een verstoord slaap-waakgedrag vertonen, omdat hun slaappatroon niet in overeenstemming is met hun biologische slaappatroon. Deze verkeerde afstemming leidt onder meer tot ernstige gezondheidseffecten waarvan het ploegendienst syndroom er één is. Dit type slaapstoornis wordt gekenmerkt door moeilijkheden met inslapen, in slaap blijven, en slaperigheid tijdens de werkuren. Niettemin worden preventieve of behandelingsopties zoals verschillende geneesmiddelen, lichttherapie en Top-down slaapmanagement (de werkgever en werknemer zorgen ervoor dat de werknemer goed uitgerust naar het werk komt) onderzocht. Echter staat het daadwerkelijk gebruiken van deze opties in de kliniek nog in de kinderschoenen. Dit artikel zal deze 3 opties stuk voor stuk belichten en de voor- en nadelen ervan bespreken.
Voordat we ingaan op de huidige stand van zaken wat betreft deze therapieën, zal ik jullie in vogelvlucht meenemen in hoe het biologische slaapritme van ploegenarbeiders is georganiseerd en waarom dit tot problemen kan leiden door het werken in ploegendiensten. Ons interne "horloge" wordt aangestuurd door ongeveer 20.000 neuronen die veel verschillende lichaamsfuncties regelen binnen een cyclus van 24 uur. Dit horloge zal door de tijd heen niet meer precies ingesteld staan op een 24-uurs ritme en moet daarom voortdurend worden bijgewerkt. Misschien klinkt het volgende je wel bekend in de oren; namelijk dat als je op je telefoon kijkt voor het slapen gaan dit het in slaap vallen bemoeilijkt. Licht is precies wat dit interne "horloge" afstemt en update en daardoor terug in het 24-uurs ritme drukt. Normaal gesproken wordt de afgifte van dit slaaphormoon minder onderdrukt als het donker wordt, waardoor de slaap kan beginnen. Echter, als je voor het slapen gaan nog op je telefoon kijkt, zal dit proces verstoord worden en wordt het dus moeilijker om in slaap te vallen.
Bij nachtdiensten moeten werknemers echter overdag slapen wanneer het licht is en je interne "horloge" is afgestemd op het promoten van wakker blijven (daglicht onderdrukt de afgifte van je slaaphormoon melatonine). Dit soort slaap is dus gefragmenteerd (hierbij word je regelmatig wakker tijdens je slaap) en van lage kwaliteit, waardoor de werknemer een slaapschuld opbouwt. Bovendien werken ploegenarbeiders 's nachts, wanneer je wakker moet zijn, echter verteld je interne "horloge" dat het tijd is om te gaan slapen (geen daglicht en dus hoge niveaus van het slaaphormoon melatonine in het lichaam). Logischerwijs is wereldwijd bij ongeveer 10 procent van de ploegenarbeiders het ploegendienst syndroom vastgesteld, en behalve het stoppen met werken in ploegendienst is er momenteel geen remedie voor deze slaapstoornis. Daarom worden momenteel verschillende strategieën onderzocht die onder meer gericht zijn op deze verkeerde afstemming om de slaap-waakcyclus van ploegenarbeiders weer op gang te krijgen.
Farmacologische interventies; melatonine pillen
Er zijn al verschillende farmacologische interventies op de markt voor de behandeling van het ploegendienst syndroom, waarvan melatonine de meest voorkomende is. We hebben al gelezen dat melatonine ons slaaphormoon is, dat ons lichaam vertelt dat het tijd is om naar bed te gaan. Sommige studies hebben aangetoond dat de slaap overdag bij ploegenarbeiders verbeterd kan worden wanneer zij melatonine in de vorm van een pil innemen. Daarom beveelt de American Academy of Sleep Medicine 3 milligram melatonine aan voor het slapengaan. Studies zijn echter niet overtuigend over de effectiviteit van melatonine pillen. Uit een overzicht waarin meerdere studies naar de doeltreffendheid van deze farmacologische interventie werden gecombineerd, bleek dat de absolute toename van de slaapefficiëntie 1,9% bedroeg, wat overeenkomt met een toename van 10 minuten extra slaaptijd. Belangrijk is dat we in gedachten moeten houden dat studies die een ploegendienst omgeving simuleren en de doeltreffendheid van melatonine pillen konden waarnemen, niet de werkelijke werkomstandigheden weerspiegelen. Hierin is het normale licht (dat, zoals je al hebt kunnen lezen de afgifte van melatonine door de hersenen onderdrukt en daarom het “wakker zijn” bevordert) het effect van melatonine pillen gemakkelijk teniet kan doen. Dit maakt de klinische toepassing van melatonine toediening in het dagelijks leven voor de behandeling van het ploegendienst syndroom momenteel nogal moeilijk.
Licht therapie
Over licht gesproken, je bent misschien al bekend met de verschillende soorten lampen die momenteel op de markt zijn en die alertheid verbeteren en helpen tegen de winterblues (een seizoensgebonden vorm van depressie, meestal tijdens de kortste dagen). Niet alleen laboratorium studies, maar ook veldstudies wijzen op een positief resultaat van lichttherapie als mogelijke behandeling van slaapstoornissen door ploegenarbeid. Een onderzoek onder vrouwelijke verpleegsters die 's avonds en 's nachts in ploegendienst werken en die tijdens hun dienst 30 minuten aan kunstlicht worden blootgesteld, heeft aangetoond dat dit een effectief middel is om slaapproblemen te verlichten. Een studie onder vliegtuig bemanningsleden vond dezelfde resultaten en toonde aan dat de alertheid van deze werknemers toenam. Wil deze lichttherapie echter effectief zijn, dan moet er een consistent format komen wat betreft schema, intensiteit en duur. Bovendien zou de clinicus rekening moeten houden met omgevingsfactoren zoals achtergrondlicht of sociale/familiale verantwoordelijkheden om de slaap-waakcyclus van de ploegenarbeider opnieuw af te stemmen. Deze beperkingen van lichttherapie worden momenteel in de literatuur onderzocht, zodat clinici de juiste timing en toepassing van lichttherapie als behandeling voor het ploegendienst syndroom kunnen bepalen.
Top-down slaap management
Een vrij nieuwe benadering, "Top-down slaap management" genaamd, wordt momenteel ook onderzocht, aangezien veel gedrags- en omgevingsfactoren de effectiviteit van eerder toegepaste therapieën (bijv. medicatie) belemmeren. Ik wil er echter wel op wijzen dat deze "behandeling" gericht is op het voorkomen van het ploegendienst syndroom, en niet zozeer op het verlichten van de symptomen van een ploegenarbeider die al gediagnosticeerd is met deze slaapstoornis. Niettemin blijkt uit verschillende organisatorische interventies onder meer dat de subjectieve gezondheid en de slaapkwaliteit toenemen, wat gepaard gaat met een afname van het ziekteverzuim, vermoeidheid en klachten over het gezinsleven. Eén van de belangrijkste determinanten van een dergelijke organisatorische interventie is de fysieke werkomgeving. Ondanks bijvoorbeeld een goed verlichte werkruimte (hier komt het belang van licht terug in dit verhaal), en het handhaven van de juiste temperatuur, zijn "dutjes kamers" tegenwoordig de gouden standaard in veiligheid gevoelige industrieën (lange afstands piloten). Nachtelijke dutjes waarbij ploegenarbeiders tijdens het werk dutten, kunnen leiden tot een diepere slaap. Bovendien bleek uit een studie waarbij mannelijke onderhoudsmonteurs van vliegtuigen op de werkplek een dutje van 20 minuten mochten doen, dat dit hun alertheid en prestaties verhoogde en hun slaperigheid verminderde. Een ander voordeel van een nachtelijk dutje is de mogelijkheid voor de ploegenarbeiders om elke dag op hetzelfde punt te slapen, waardoor hun slaap-waakcyclus wordt gestabiliseerd.
Kortom, melatonine pillen en lichttherapie lijken veelbelovend om de symptomen van het ploegendienst syndroom te verlichten. De toepassing ervan blijft echter problematisch, aangezien nog veel onduidelijkheid heerst over een exacte dosis of frequentie van deze therapieën en daarnaast het vertalen van de onderzoeksresultaten vanuit de laboratoriumsetting naar het echte leven niet tot de gewenste resultaten leidt. Top-down slaapmanagement lijkt dan een interessante aanpak in plaats van het behandelen van deze slaapstoornis, door het in de eerste plaats te voorkomen. Maar, om met een persoonlijke noot te eindigen, tijdens mijn interrail reis afgelopen zomer sprak ik met twee Amerikaanse jongens die in ploegendienst werkten bij Facebook. Zij vertelden mij dat er inderdaad dutjes kamers zijn, maar dat niemand ze gebruikt. Ik hoor je nu denken, waarom niet, ik heb toch net gelezen dat dit mogelijk slaapstoornissen door ploegendienst kan voorkomen? Nou, als je besluit een dutje te doen, riskeer je je kans op promotie, omdat één van je collega's die op dat moment geen dutje doet, harder werkt en dus meer kans maakt op een promotie. Al met al is deze preventieve aanpak interessant en het onderzoeken waard, maar er moet ook iets in de werkcultuur veranderen om het te doen laten slagen.
Auteur: Joyce Burger
Figuur: Joyce Burger
Referenties:
- Basner, R. C. (2005). Shift-work sleep disorder—the glass is more than half empty. New England Journal of Medicine, 353(5), 519-521.
- Boivin, D. B., & James, F. O. (2005). Light treatment and circadian adaptation to shift work. Industrial health, 43(1), 34-48.
- Brown, L., Schoutens, A., Whitehurst, G., Booker, T., Davis, T., Losinski, S., & Diehl, R. (2014). The Effect of Blue Light Therapy on Flight Crew-Members Behavioral Alertness. Available at SSRN 2402409.
- Buscemi, N., Vandermeer, B., Hooton, N., Pandya, R., Tjosvold, L., Hartling, L., Vohra, S., Klassen, T. P., & Baker, G. (2006). Efficacy and safety of exogenous melatonin for secondary sleep disorders and sleep disorders accompanying sleep restriction: meta-analysis. Bmj, 332(7538), 385-393.
- Cavallo, A., Ris, M. D., Succop, P., & Jaskiewicz, J. (2005). Melatonin treatment of pediatric residents for adaptation to night shift work. Ambulatory Pediatrics, 5(3), 172-177.
- Huang, L.-B., Tsai, M.-C., Chen, C.-Y., & Hsu, S.-C. (2013). The effectiveness of light/dark exposure to treat insomnia in female nurses undertaking shift work during the evening/night shift. Journal of Clinical Sleep Medicine, 9(7), 641-646.
- Morgenthaler, T. I., Lee-Chiong, T., Alessi, C., Friedman, L., Aurora, R. N., Boehlecke, B., Brown, T., Chesson Jr, A. L., Kapur, V., & Maganti, R. (2007). Practice parameters for the clinical evaluation and treatment of circadian rhythm sleep disorders. Sleep, 30(11), 1445-1459.
- Purnell, M., Feyer, A. M., & Herbison, G. (2002). The impact of a nap opportunity during the night shift on the performance and alertness of 12‐h shift workers. Journal of sleep research, 11(3), 219-227.
- Schwartz, J. R., & Roth, T. (2006). Shift work sleep disorder. Drugs, 66(18), 2357-2370.
- Steele, T. A., St Louis, E. K., Videnovic, A., & Auger, R. R. (2021). Circadian Rhythm Sleep–Wake Disorders: a Contemporary Review of Neurobiology, Treatment, and Dysregulation in Neurodegenerative Disease. Neurotherapeutics, 1-22.
- Takeyama, H., Kubo, T., & Itani, T. (2005). The nighttime nap strategies for improving night shift work in workplace. Industrial health, 43(1), 24-29.
- Wickwire, E. M., Geiger-Brown, J., Scharf, S. M., & Drake, C. L. (2017). Shift work and shift work sleep disorder: clinical and organizational perspectives. Chest, 151(5), 1156-1172.