In je eentje wandel je ‘s avonds laat over straat, tot je in de verte een persoon in de schaduw ziet staan. Met bonzend hart denk je na over je besluit. Steek je de straat over? Draai je om? Of negeer je het ongure type?
Vergelijk dit scenario nu eens met het volgende. Je loopt weer door diezelfde straat, maar ditmaal word je opgeschrikt door het geluid van piepende banden. In je ooghoeken zie je een auto op je af komen, en nog maar net op tijd kun je opzij springen.
Gevaar
Beide scenario’s beschrijven een geval waarin je brein gevaar waarneemt. Toch zijn er belangrijke verschillen tussen de vormen van gevaar. In het eerste geval is de bron van mogelijk gevaar op een afstandje, waardoor je tijd hebt om een strategie uit te denken. In het tweede geval was er geen tijd om na te denken, je moest direct handelen. Dit doet vermoeden dat angst en gevaar niet door slechts één netwerk van hersengebieden wordt geregeld, zoals vaak wordt aangenomen. In een recente studie laten Amerikaanse wetenschappers zien dat er inderdaad twee verschillende hersennetwerken bij betrokken zijn. Het cognitieve-angst netwerk is verantwoordelijk voor het verwerken van angst op een afstand, en bestaat uit de hippocampus, posterieure cingulate cortex en de ventromediale prefrontale cortex. Het reactieve-angst netwerk wordt ingeschakeld als er direct moet worden gehandeld, en bestaat uit de midcingulate cortex en het periaqueductale grijs.
Spelletje in de scanner
Deelnemers aan deze studie werden in een MRI-scanner gelegd waarin hun hersenactiviteit kon worden gemeten. Omdat het niet ethisch is om deze vrijwilligers onder deze omstandigheden ernstig in gevaar te brengen, werd gekozen voor een videospelletje om gevaar te simuleren. In het spelletje was het de bedoeling om een klein driehoekje zolang mogelijk midden in het scherm te houden. Hoe langer dit lukte, hoe meer geld er te verdienen viel. Helaas waren er twee gekleurde cirkelvormige bad guys geprogrammeerd, en dit boevenpak had het op het leven van het driehoekje gemunt. De rode ronde rover kon enkel van dichtbij aanvallen, dus je zag hem van verre al aankomen. De blauwe boef was daarentegen in staat om van grotere afstand de aanval in te zetten, dus had je minder tijd om te reageren.
Hersenactiviteit
De onderzoekers zagen in de hersendata dat wanneer de gevaarlijke blauwe vijand ten tonele verscheen, het reactieve-angst netwerk activeerde, terwijl de activiteit in het cognitieve-angst netwerk juist daalde. Wanneer de minder gevaarlijke rode cirkel zijn entree maakte was het cognitieve-angst circuit in volle actie, en het reactieve-angst netwerk juist niet.
Deze studie laat zien dat het brein meer dan één angstnetwerk heeft. Afhankelijk van de context van het gevaar, gebruikt het brein een ander neuraal pad om te handelen. Dit is belangrijke informatie voor toekomstige behandelingen van bijvoorbeeld angststoornissen.
Zie hier een grappige visuele samenvatting van de studie:
Dit artikel is een eerder gepubliceerd Brainmatters artikel geschreven door Job van den Hurk (19-3-18)