Waar komt de term vandaan?
Heb je wel eens marvel films gekeken? Dan ben je misschien bekend met de schurk Thanos, die zoveel macht heeft dat hij wezens helemaal kan wegvagen van het bestaan. Klinkt gruwelijk, toch? De naam van dit personage is afgeleid van Thanatos, de Griekse personificatie van de dood. Hoewel Thanatos' rol in de Griekse mythologie vrij klein was, werd hij gehaat door de meeste goden en stervelingen, vooral omdat hij niet discrimineerde tussen wie hij meenam naar de onderwereld. En het tweede deel van het woord, fobie komt van phobos, het Griekse woord voor angst. Maar genoeg achtergrondinformatie, laten we het hebben over angst voor de dood.
Wat zorgt ervoor dat we de dood te vrezen?
Deze vraag lijkt gemakkelijk te beantwoorden, niet willen sterven en dingen vermijden die tot de dood kunnen leiden zijn voordelig voor ons voortbestaan. Maar wanneer deze angst in het dagelijkse leven overheerst, kan het onze geestelijke gezondheid aantasten en ons risico’s laten overwaarderen, wat kan leiden tot vermijding en isolatie.
Uit een enquête onder plattelandsbewoners blijkt dat de angst voor de dood wordt beïnvloed door drie grote factoren: de zin van het leven, de geestelijke gezondheid en de lichamelijke gezondheid. Waarbij de eerste twee een negatieve correlatie hebben met angst voor de dood, wat betekent dat hoe hoger je geestelijke gezondheid en zin in het leven zijn, hoe minder je over het algemeen angst voor de dood ervaart. De derde factor, fysieke gezondheid, valt vooral op omdat deze een sterke positieve correlatie heeft met de vorige twee, waardoor deze toenemen wanneer je fysieke gezondheid toeneemt.
Wat gebeurt er in de hersenen als we bang zijn voor de dood?
In een fMRI-studie werd de hersenactiviteit geobserveerd terwijl deelnemers werden blootgesteld aan woorden die betrekking hadden op hun eigen dood, de dood van anderen of woorden die niets met de dood te maken hadden. Uit de studie blijkt dat verschillende delen van de hersenen mogelijk verband houden met verschillende aspecten van angst voor de dood. Zo bleek dat het Supplementair Motorgebied (SMA) werd geremd tijdens het existentiële aspect van gedachten over de dood. De SMA is belangrijk voor het plannen en controleren van bewegingen, misschien kan de remming hiervan tijdens angst voor de dood ook verklaren hoe deze existentiële gedachten verstijvend kunnen zijn. Dit zijn gedachten zoals wat er met ons bewustzijn gebeurt als we er niet meer zijn. De supramarginale gyrus (SMG), een gebied betrokken bij interpretatie van taal en emotie, zou een aparte reactie kunnen hebben waarbij we afstand nemen van het fysieke zelf om ermee om te gaan. Tenslotte zou de Posterieure cingulate cortex (PCC), een gebied dat belangrijk is voor het aanpassen van ons gedrag aan onze omgeving, verband kunnen houden met gedachten over angst voor de dood en het beeld dat wij van onze toekomst hebben. Hoewel deze bevindingen een interessant uitgangspunt zijn, moet er meer bewijs worden verzameld om sterkere beweringen te kunnen doen.
Geeft denken aan de dood je rillingen? Hier zijn enkele oplossingen.
In een eerder deel van dit artikel werd al gehint naar oplossingen. Door onze lichamelijke gezondheid, onze geestelijke gezondheid of onze zin van het leven te verbeteren, kunnen we onze angst voor de dood verminderen. Dus, het verbeteren van onze leefstijl en/of het vergroten van onze sociale betrokkenheid in onze gemeenschap kan ons helpen de angst voor de dood te verminderen.... Geen slapeloze nachten meer!
Een andere manier om angst voor de dood te bestrijden is via religie. Een studie onderzocht de effecten van een interventie genaamd het "death education project" onder Italiaanse middelbare scholieren. De interventie was bedoeld om het gesprek over de dood en de spiritualiteit aan te moedigen, met als hoofddoel om het gesprek over het hiernamaals te starten. Bij vergelijking met een groep leerlingen die de interventie niet kreeg, bleek dat de voorlichting resulteerde in minder angst voor de dood, het in mindere mate beschouwen van de eigen dood als het einde, en meer spiritualiteit. Hoewel dit veelbelovend klinkt, werd de studie uitgevoerd door onder meer het Vaticaan, wat zou kunnen wijzen op een vooroordeel. Uit een andere studie waarin de rol van religie bij doodsangst werd onderzocht, bleek dat er behoefte is aan meer nuance in de relatie tussen religie en doodsangst. Zij toonden aan dat de angst voor de dood groter was bij gematigd religieuze mensen en kleiner bij niet-gelovigen of zeer religieuze personen. Verder lieten zij zien dat de natuurlijkheid van de dood, de levensduur, het meemaken van de dood van anderen die we kenden, de goedheid van het leven, en de hoop op voortleven bij anderen ook zorgden voor acceptatie van de dood, waardoor de angst voor de dood afnam.
Wist de dinosaurus in de afbeelding van dit artikel maar dat hij hierin zou voortleven, wellicht had het geholpen bij de acceptatie van de dood. Eén ding is zeker: wanneer we uiteindelijk sterven, kunnen we de angst voor de dood ook niet meer ervaren.
Auteur: Kobus Lampe
Referenties: