Iedereen is anders. Sommige mensen houden van avontuur en de wereld ontdekken, terwijl anderen niets liever willen dan op de bank zitten en een boek lezen met een muntthee in de hand. Dit komt doordat we allemaal een andere persoonlijkheid hebben.
De term “persoonlijkheid” is vaag, en wetenschappers beschrijven dit in moeilijke termen als “een dynamisch proces, waarbij individuele gedragskenmerken worden opgebouwd en afgebroken”1. Dit opbouwen en afbreken maakt het een proces wat steeds veranderd, bijvoorbeeld door de invloed van levenservaringen. Hoewel de persoonlijkheid van iedereen complex en uniek is, willen wij mensen het graag begrijpen en categoriseren. Daarom hebben we persoonlijkheidstheorieën ontwikkeld. Voordat we hier verder op ingaan, is het belangrijk om op te merken dat er natuurlijk verschillen zijn op individueel, cultureel en geslacht niveau, maar we zullen alleen een algemeen overzicht geven van de ontwikkeling van persoonlijkheid.
We beginnen met de Trait theory, of theorie van karaktereigenschappen, waarbij psychologen geïnteresseerd zijn in het meten van, je raadt het al, karaktereigenschappen. Karaktereigenschappen worden gedefinieerd als patronen van gedrag, gedachten en emoties. Ze worden gezien als de bouwstenen van persoonlijkheid en lijken stabiel en consistent te zijn in de tijd. Dit in tegenstelling tot states, of een staat van zijn, die tijdelijk zijn en meer neigen naar emoties. De Trait theory is de voorouder van de beruchte Big Five 2-5, die bestaat uit de 5 karaktereigenschappen waar veel psychologen in geloven en die de basis vormen van de beroemde Myers-Briggs Persoonlijkheidstype Test.
Deze 5 eigenschappen zijn Extraversie (Extraversion), Neuroticisme (Neuroticism), Gewetensvolheid (Consientiousness), Aangenaamheid/inschikkelijkheid (Agreeableness) en Openheid (Openness). Extraverte mensen genieten van sociale situaties en erop uit gaan, dit geeft hen energie. Neuroticisme brengt sterke (negatieve) emoties met zich mee, zoals woede, angst of depressie, en wordt soms emotionele instabiliteit genoemd. Mensen met neurotische eigenschappen hebben vaak een lage tolerantie voor stress en ze houden niet van veranderingen. Gewetensvolheid heeft te maken met zelfdiscipline en het willen behalen van hoge prestaties, maar ook met het kunnen controleren en reguleren van je impulsen. Gewetensvolle mensen lijken meer gefocust en koppiger, terwijl een lage gewetensvolheid wordt geassocieerd met flexibiliteit en onbetrouwbaarheid. Aangenaamheid/inschikkelijkheid beschrijft de behoefte aan sociale harmonie en het kunnen en willen opschieten met anderen. Vriendelijkheid, vrijgevigheid, vertrouwen en compromissen sluiten zijn hier belangrijke kenmerken. Tenslotte beschrijft openheid hoe open mensen staan voor kunst, emoties, avonturen, creativiteit en het willen ervaren van nieuwe dingen.
Hoewel men denkt dat persoonlijkheid iets stabiels en daarmee onveranderlijk is, tonen studies aan dat persoonlijkheid kan veranderen naarmate je ouder wordt of na (grote) gebeurtenissen en ervaringen in je leven 6. Mensen hebben bijvoorbeeld de neiging om inschikkelijker te worden naarmate ze ouder worden, en minder extravert7. Dit betekent niet dat je van de ene op de andere dag wakker wordt met een andere persoonlijkheid en het gevoel verliest van wie je bent. Maar als je niet helemaal tevreden bent met (delen van) je huidige persoonlijkheid, kun je je troosten met het vooruitzicht dat dit misschien niet blijvend is en na verloop van tijd kan veranderen.
Autheurs: Pauline van Gils & Lotte Smit