Ray Naylers recente science fiction roman "The Mountain in the Sea" is een fantasierijke duik in de diepten van neurowetenschappelijke theorieën over bewustzijn, taalontwikkeling en de menselijke staat. Hoe ontmoedigend deze gedurfde onderwerpen ook lijken, de lezer wordt er op zo'n manier doorheen geleid dat ze niet alleen goed worden uitgelegd, maar de lezer ook wordt aangemoedigd vragen te stellen over deze ideeën en over zichzelf. Dit wordt bereikt door vragen te stellen en ze niet altijd te beantwoorden, maar (net als bij romans als "The Overstory" van Richard Powers) creëert deze stijl geen gevoel van onbevredigende dubbelzinnigheid aan het eind, maar eerder een motivatie en verlangen om de wereld om ons heen beter te begrijpen.
Een korte samenvatting van de roman is als volgt: "De mensheid ontdekt intelligent leven in een octopussoort met een eigen taal en cultuur, en zet een wereldwijde wedstrijd op touw om de toekomst te domineren." - Goodreads. In de kern is dit boek een verhaal over verbinding met een andere aardse soort en ons falen als zelfbenoemde verzorgers van de planeet. Het boek speelt zich af in een niet nader omschreven tijd in de toekomst, waarin de wereld en haar machten er heel anders uitzien dan hoe wij ze nu herkennen. De roman ademt een cyberpunk-esthetiek zoals die van William Gibson's "The Neuromancer". Beide werken geven de lezer het gevoel ondergedompeld te worden in de fictieve wereld door onnodige uiteenzettingen tot een minimum te beperken. Feiten uit de wereld worden alleen uitgelegd wanneer dat in het belang is van een personage en niet van de lezer, waardoor verdere intrige ontstaat en de details worden overgelaten aan de verbeelding en vooroordelen van de lezer. Maar in tegenstelling tot recente verkenningen van het cyberpunk-genre (vooral in de videogame scene) voelt deze wereld niet fictief of ver-futuristisch aan. Hij is geaard, een tikje brutaal en voelt op een gruwelijke manier heel bereikbaar.
Het plot wordt geleid door de personages die deze griezelige wereld bewonen en met wie de lezer door de roman heen reist, waarbij heen en weer geschakeld wordt tussen perspectieven. Toch voelt de lezer zich nooit gedesoriënteerd of afgesneden, want weinig hoofdstukken eindigen op frustrerende cliffhangers. Eén plotlijn volgt onderzoekers op het eiland Con Dao, een beschermd natuurreservaat voor de kust van Vietnam; een andere een tot op het bot bewerkte slaaf op een boot zonder kapitein die koste wat het kost winst nastreeft in een wetteloze oceaan; de laatste een genie in kunstmatige intelligentie die zijn moeilijkste taak tot nu toe krijgt. Elke plotlijn is een hulpmiddel dat het concept van het zogenaamde harde probleem van het bewustzijn via verschillende benaderingen verkent. Wat betekent het om homo sapien te zijn? Kunnen we werkelijk datgene repliceren wat we niet kunnen begrijpen? En zelfs, hoe wij als wezens die beweren zelfbewust te zijn, er niet in slagen dat bewustzijn uit te breiden naar de vernietiging die we op het milieu en elkaar uitoefenen.
Ik beveel dit boek van harte aan aan iedereen die geïnteresseerd is in bewustzijn, menselijke empathie en ontwikkeling, en milieu- of mariene biologie. Het leidt tot nadenken en kan bij iedereen, ongeacht achtergrond, een filosofische nieuwsgierigheid opwekken.
Auteur: Thomas von Rein