
Wie zou je zijn zonder je geheugen? Wat als je je familie en vrienden niet meer zou herkennen? En hoe zou je het leven ervaren als je niet meer weet wat er gisteren of zelfs een paar minuten geleden is gebeurd? In de wereld van de psychologie is er een beroemde casus die ons veel heeft geleerd over het geheugen, namelijk die van H.M. H.M. was een man die door een baanbrekende operatie een van de meest bestudeerde individuen werd in de neurowetenschappen. Zijn verhaal zorgt er niet alleen voor dat we beter weten hoe de geheugenfuncties georganiseerd zijn in de hersenen, maar roept ook een aantal filosofische vragen op over onze identiteit.
H.M. leed aan epilepsie, wat zijn levenskwaliteit aanzienlijk beïnvloedde. Om van zijn aanvallen af te komen, onderging hij in 1953 een operatie. Bij die operatie werden delen van zijn temporale kwabben verwijderd, waaronder de hippocampus en de amygdala. Hoewel de operatie resulteerde in minder aanvallen, had het ook een nadelig effect; hij was niet meer in staat om nieuwe herinneringen te vormen.
Na de operatie leed H.M. aan anterograde amnesie, wat betekende dat hij na de operatie geen nieuwe herinneringen meer kon vormen van gebeurtenissen en informatie. Hij kon zich niet herinneren wat hij gisteravond had gegeten of de naam van een persoon die hij die dag had ontmoet. Echter had hij geen retrograde amnesie. Hij kon dus herinneringen van vóór de operatie wel op te halen. Hij had wel problemen met zijn kortetermijngeheugen, wat betekent dat hij moeite had om informatie direct na het leren weer op te roepen. Door deze unieke combinatie konden onderzoekers zich verdiepen in de werking van geheugenvorming en -opslag in het menselijk brein. Door de bilaterale laesie van zijn hippocampus en het verwijderen van de omliggende structuur in de mediale temporale kwab konden wetenschappers specificeren hoe de afwezigheid van deze hersengebieden specifieke geheugenfuncties beïnvloedde. Onderzoekers waren daardoor in staat om de neuronale circuits die betrokken zijn bij het verwerven van nieuwe kennis beter te begrijpen.
H.M. heeft ons ook veel geleerd over het onderscheid tussen verschillende soorten geheugen. Na zijn operatie was hij nog steeds in staat om nieuwe vaardigheden te leren, zoals spiegeltekenen, waarbij hij een ster moest tekenen door alleen maar naar de reflectie van zijn hand in de spiegel te kijken. Deze taak is gerelateerd aan wat we noemen ''procedureel geheugen'', het geheugen van ''hoe je dingen moet doen'' (zoals autorijden, fietsen of tekenen). Hoewel zijn prestatie op het spiegeltekenen verbeterde, kon hij zich niet herinneren dat hij deze taak al eerder had geoefend, omdat hij geen nieuwe herinneringen kon vormen. Dit suggereert dat bepaalde geheugensystemen, vooral die betrokken zijn bij het verwerven van vaardigheden en motorisch leren, niet volledig afhankelijk zijn van de structuren die tijdens zijn operatie waren verwijderd.
Naast dat de casus van H.M. onze kennis van het geheugen vooruit hielp, riep het ook enkele filosofische vragen op, namelijk of H.M. een gevoel van “zelf” had? We weten dat hij een man was die zijn overtuigingen en waarden met zich meedroeg, zelfs na zijn operatie, en hij was zich ook bewust van zijn aandoening. Hij wist niet hoe oud hij was, maar hij kon nog steeds een aantal van zijn herinneringen uit zijn kindertijd delen. Maar zou hij zich, zonder de herinneringen die hem maakten tot wie hij was, nog steeds dezelfde persoon voelen? Hoewel er geen goed of fout antwoord is op de vraag of hij een gevoel van “zelf” had of niet, benadrukt H.M.'s geval de complexe wisselwerking tussen geheugen, zelfbewustzijn en identiteit.
In de rest van zijn leven nam hij deel aan onderzoek en door deze waardevolle data leverde hij een onschatbare bijdrage aan de neurowetenschappen. Hoewel H.M. slechts één individu is, blijft zijn geval een mijlpaal op het gebied van de psychologie, omdat het inzichten verschaft in de neuronale structuren van het geheugen en de functionele organisatie van het menselijk brein. Zijn intacte procedurele geheugen, in het bijzonder, benadrukt de complexiteit van geheugensystemen en hoe ze afhankelijk zijn van verschillende hersengebieden.
Auteur: Ege Su Gülseven