Veel mensen zullen bij het lezen van dit artikel denken “Is hypnose wel echt?”. Een snel en eenvoudig antwoord hierop zou “ja” zijn, tenminste, voor de meeste gevallen. In feite wordt hypnose al sinds de 19e eeuw door psychologen gebruikt om psychologische aandoeningen te behandelen. Voor de sceptici is het probleem echter dat hoe minder je in hypnose gelooft, hoe moeilijker het voor je is om gehypnotiseerd te worden. Er zijn ook veel andere factoren die iemand makkelijker of moeilijker te hypnotiseren maken.
Het gebruik van hypnose voor therapie wordt hypnotherapie genoemd en het heeft een lange weg afgelegd sinds de 19e eeuw, toen het werd gebruikt om mentale ziektes zoals “hysterie” te behandelen door het “onbewuste” te herstellen. Tegenwoordig wordt hypnotherapie gebruikt om veel aandoeningen te behandelen, zoals acute en chronische pijn, posttraumatische stressstoornis (PTSS), slapeloosheid, depressie, fobieën, obsessieve compulsieve stoornis (OCD), stress en angst.
In het algemeen verschilt hypnotherapie niet veel van de cognitieve of gedragstherapieën die therapeuten gebruiken. Het belangrijkste doel van beide is om je manier van denken en overtuigingen te veranderen in een gezondere blik. Maar terwijl een therapeut zich meer richt op praten om dit te doen, zal een hypnotherapeut vooral hypnose gebruiken om te helpen bij het invoeren van de nieuwe en betere gedachten of overtuigingen.
Dit komt heel dicht in de buurt van wat er wordt gedaan als je depressie met hypnose probeert te behandelen. Daarnaast kan een hypnotherapeut zelfhypnose aanleren. Zelfhypnose is wanneer iemand zichzelf in een trance-toestand brengt, een toestand van diepe ontspanning die optreedt wanneer men gehypnotiseerd is. Dit kan worden gedaan door middel van specifieke oefeningen of zelfs opnames van hypnose-opwekkende scripts. Dit kan de patiënt helpen om thuis vast te houden en te oefenen wat er tijdens de therapiesessie is gedaan.
Hoewel er een bekwame therapeut voor nodig is en het misschien niet voor iedereen werkt, zoals Freud ook opmerkte, zijn er verschillende voordelen van hypnotherapie. Eén daarvan is dat de patiënten zelfs na de sessies de behandeling tot op zekere hoogte zelf kunnen voortzetten via zelfhypnose. Dit kan helpen om met stressvolle situaties om te gaan en terugval of verergering van de symptomen te voorkomen. Andere voordelen zijn dat het minder kostbaar kan zijn en dat er weinig fysieke en mentale risico's zijn, als het goed wordt uitgevoerd.
Voor de behandeling van angststoornissen zoals fobieën, OCD en PTSS is exposure therapie bijvoorbeeld een belangrijke benadering. Bij deze methode stelt een therapeut de persoon geleidelijk bloot aan zijn angst. Het proces begint met verwante voorwerpen, zoals een touw voor iemand die bang is voor spinnen, en gaat verder met replica's, zoals een rubberen spin, voordat uiteindelijk de confrontatie wordt aangegaan met het echte voorwerp, een echte spin. Blootstellingstherapie kan in sommige situaties, zoals het aanpakken van vliegangst, een dure, gevaarlijke of uitdagende manier van therapie zijn.
Een therapieplan gebaseerd op hypnose begint met het opwekken van ontspanning door middel van hypnose, wat de patiënt ook zelf leert via zelfhypnose. Hierna vindt de blootstelling plaats in de verbeelding van de patiënt terwijl hij in trance is. Dit is het belangrijkste verschil: de patiënt hoeft niet fysiek aan boord van een vliegtuig te gaan, maar kan een denkbeeldige vlucht ervaren in de behandelkamer van de therapeut. Onder hypnose kan de therapeut de situatie controleren, waardoor het voor de patiënt heel echt aanvoelt.
Hypnose kan ook worden gebruikt als vervanging voor anesthesie bij personen die zeer goed te hypnotiseren zijn. Voor mensen die minder hypnotiseerbaar zijn, kan het de effectiviteit van het medicijn verbeteren en de benodigde hoeveelheid verminderen. Dit kan de patiënten ten goede komen in de zin van minder risico's van het medicijn zelf en een lagere financiële last. Het kan ook dienen als voorbereiding op een andere stressvolle, invasieve medische procedure. Dit soort hypnose kan de patiënt helpen ontspannen, maar het blijkt ook te leiden tot sneller herstel en minder ongemak, zelfs tijdens de bevalling.
Verrassend genoeg wordt hypnose eigenlijk gebruikt voor veel aandoeningen, mentaal en niet-mentale aandoeningen. Deze kunnen variëren van depressie en angststoornissen tot pijn, slapeloosheid, prikkelbaar darmsyndroom en zelfs het humaan papillomavirus. Naarmate ons begrip van de hersenen en de menselijke anatomie groeit, kunnen we misschien beter begrijpen hoe hypnose in de hersenen werkt en er ook nieuwe toepassingen voor vinden. De wetenschap laat ons nu vaak zien hoe alles met elkaar verbonden is!
Auteur: Kenzo Le Vaillant
Referenties: