Een pasgeboren baby ziet boven zijn of haar wiegje vaak een hele rits gezichten langskomen. Hoewel het visueel systeem bij de geboorte nog niet volgroeid is, ontwikkelen baby’s al binnen enkele weken een voorkeur voor het gezicht van de moeder. Het blijft echter de vraag in hoeverre baby’s zich bewust zijn van de stimuli om hen heen. Omdat baby’s hun ervaringen niet met ons kunnen delen is het moeilijk deze vraag te beantwoorden. Met behulp van EEG is het toch mogelijk hier iets over te zeggen.
Om bewuste waarnemingen te onderscheiden van onbewuste waarnemingen worden vaak gemaskeerde stimuli gebruikt. Er wordt bijvoorbeeld gedurende enkele honderden milliseconden een afbeelding van een gezicht getoond, direct gevolgd door een andere afbeelding. Deze laatste afbeelding fungeert als “masker”. Het kan bijvoorbeeld een afbeelding zijn van een vervormde figuur met dezelfde afmetingen en vorm als een gezicht, dat niet als zodanig herkenbaar is. Door de timing en de duur van de masker stimulus te variëren zal een proefpersoon de afbeelding van het gezicht soms wel en soms niet bewust waarnemen. Bij volwassenen is aangetoond dat alleen wanneer een persoon aangeeft de stimulus bewust waargenomen te hebben er een piek in EEG hersenactiviteit te meten is.
Bovenstaande onderzoeksopzet is nu ook toegepast op baby’s van 5, 12 en 15 maanden. Bij alle leeftijdsgroepen werd hetzelfde EEG kenmerk van bewuste waarneming gemeten, zoals dat ook bij volwassenen is gevonden. Bij de jongste baby’s was deze respons echter zeer zwak en vertraagd. Bij de oudere kinderen was de respons sterker en vond deze ook eerder plaats. Het lijkt er dus op dat de hersenmechanismen die verantwoordelijk zijn voor bewuste waarnemingen al vroeg in de ontwikkeling aanwezig zijn. Deze processen moeten zich nog wel verder ontwikkelen, getuige de trage respons bij de jongere baby’s. Dit kan komen doordat de myelinisatie nog in volle gang is of doordat bepaalde verbindingen tussen hersenregio’s nog gevormd moeten worden. Myelinisatie is een proces tijdens de rijping van de hersenen waarbij zich een laagje vetachtig materiaal vormt rond het deel van een neuron dat signalen naar een ander neuron transporteert. Dit helpt onze hersenen om informatie sneller naar andere hersendelen te sturen.
Overigens benadrukken de auteurs van deze studie dat de resultaten niets zeggen over de subjectieve ervaring van de baby’s. Daarvoor is nu eenmaal verbale communicatie nodig. Het gaat dus te ver om te zeggen dat de baby’s herinneringen, gevoelens of associaties hebben bij het zien van een gezicht.
Dit onderzoek is op 19 april 2013 gepubliceerd in Science.
Auteur: Bart Aben (bewerkt door Sophie Ruppert)
Oorspronkelijk gepubliceerd op Brainmatters: 8 mei 2013