Heb ik de auto wel afgesloten? Heb ik het gas aan laten staan? Heb ik mijn portemonnee bij me? Allemaal normale gedachtes die iedereen weleens heeft. Als er echter sprake is van het dwangmatig controleren of de auto wel is afgesloten dan spreken we van een obsessief-compulsieve stoornis, ook wel OCD genoemd.
Wat is OCD?
OCD is een mentale stoornis waarbij mensen een dwang voelen om herhaaldelijk bepaalde handelingen uit te voeren. Deze mensen hebben veel dwanggedachten (obsessies) en dit gaat gepaard met veel angst. Om deze angst (tijdelijk) te verlichten gaan ze dwanghandelingen (compulsies) uitvoeren. De rituelen zelf zijn over het algemeen vrij ongevaarlijk, maar komen voort uit een groot gevoel van nervositeit en kunnen iemands normale leven op die manier volledig verstoren. Daarnaast kunnen mensen heel veel tijd kwijt zijn aan het uitvoeren van de dwanghandelingen, wat het dagelijks leven nog verder verstoort.
Een kijkje in de hersenen
Uit eerder onderzoek bij Parkinsonpatiënten met OCD was al gebleken dat OCD-symptomen worden verlicht door diepe hersenstimulatie, waarbij een elektrode wordt ingebracht in de subthalamische nucleus (STN). De STN is een subcorticale hersenkern die betrokken is bij motorische vaardigheden, vandaar de rol bij de ziekte van Parkinson. Het verminderen van de OCD-symptomen bij stimulatie van de STN, suggereert dat dit gebied ook betrokken is bij het verwerken van cognitieve en emotionele informatie. Dit werd onderzocht door het meten van de activiteit van individuele STN-neuronen in OCD-patiënten.
Alle proefpersonen hadden naast OCD ook Parkinson en moesten als behandeling voor Parkinson een operatie om elektroden te implanteren ondergaan. Deze operatie gaf de onderzoekers de mogelijkheid om de activiteit van individuele neuronen in de STN te meten. De belangrijkste bevinding was dat de activiteit van individuele STN-neuronen beïnvloed werd door de onzekerheid van de proefpersoon. Bij meer onzekerheid vuurden de neuronen meer, wat resulteerde in meer check-gedrag. STN lijkt dus een belangrijke rol te spelen bij de repetitieve gedachten en handelingen van OCD-patiënten, wat zou kunnen verklaren waarom diepe hersenstimulatie van de STN het compulsieve gedrag vermindert. Het onderzoek was zeer uitzonderlijk en moeilijk om te doen met mensen. Het is natuurlijk niet alledaags dat iemand tijdens zijn operatie een cognitieve taak moet uitvoeren!
Moeite met het leren welke stimuli veilig zijn en welke niet
Een team van Britse neurowetenschappers besloot te onderzoeken hoe goed mensen met en zonder OCD nieuwe associaties konden leren en nog belangrijker: of ze het weer konden loskoppelen. Terwijl met fMRI hun hersenactiviteit werd gemeten, kregen de deelnemers herhaaldelijk óf een groen gezicht, óf een rood gezicht te zien. In het eerste experimentje ontvingen de proefpersonen een milde elektrische schok wanneer er een groen gezicht werd getoond, maar niet bij het rode gezichtje. Het duurde niet lang of alle deelnemers hadden de associatie tussen het groene gezicht en de schok aangeleerd. Dat werd onder andere aangetoond door sensoren die een lichte toename in zweetproductie registreerden wanneer er een groen gezicht op het scherm verscheen.
Na een tijdje werden de groene en rode gezichten omgewisseld, zodat nu de rode gezichten gepaard gingen met een schok. Terwijl de controlegroep al vrij snel had geleerd dat het groene gezicht nu geen gevaar meer was, hadden de OCD-patiënten daar meer moeite mee, zo bleek uit de zweetproductie. Uit de hersenscans kwam naar voren dat deze groep minder activiteit liet zien in de ventromediale prefrontale cortex, een gebied dat onder andere betrokken is bij het maken van beslissingen onder risicovolle omstandigheden.
De onderzoekers stellen dat dit kan verklaren waarom mensen met OCD moeite hebben met het loslaten van hun dwangmatig gedrag. Hun brein heeft een negatieve associatie bij bepaalde onschuldige stimuli en blijkt slecht in staat om dit negatieve verband af te leren, zelfs wanneer binnen veilige omstandigheden (zoals bij exposure therapie) is laten zien dat er niets is om bezorgd over te zijn. Dit inzicht helpt wetenschappers om specifieker op zoek te gaan naar efficiëntere behandelingen voor OCD.
Auteur: Dit artikel is een combinatie van eerder gepubliceerde Brainmatters artikels geschreven door Lorraine Fliek (22-02-2013) en Job van den Hurk (09-03-2017). Het is in 2022 bewerkt door Anneke Terneusen.