Wanneer de axonen gedifferentieerd en gemyeliniseerd zijn moeten ze binden aan de juiste doelcellen. Dit proces, waarin synapsen worden genoemd, heet synaptogenese.
Het uitzoeken van een locatie waar doelcellen zich bevinden, gebeurt in drie stappen.
Het vormen van synapsen tussen het axon en het doelmembraan komt tot stand door interactie tussen proteïnen op het puntje van het axon en de dendriet van de doelcel. Doordat er van het axon stoffen vrijkomen worden de postsynaptische receptoren voor deze stof naar het uiteinde van het dendriet gebracht. Doordat het axon en het dendriet nu receptoren hebben die dicht bij elkaar liggen, kunnen ze goed communiceren.
Tijdens de ontwikkeling van de hersenen worden veel meer synapsen gevormd dan uiteindelijk gebruikt zullen worden. Dit is handig omdat kinderen vaak vallen. Wanneer er een paar synapsen kapot gaan bij zo’n val, dan kan dit worden opgevangen door het teveel aan synapsen.
Nadat de hersenen ontwikkeld zijn worden er ook nog synapsen afgebroken. Dit proces wordt geprogrammeerde celdood genoemd. De doelcellen produceren een beperkt aantal neurotrophins. Dit zijn stoffen die belangrijk zijn voor het overleven van cellen. Axonen die verbonden zijn met hetzelfde doelneuron ‘vechten’ om dit stofje te bemachtigen. De axonen die de sterkste verbinding hebben met het doelneuron krijgen de meeste neurotrophins terug, en zullen op deze manier overleven. De minder sterke verbindingen zullen afsterven en samen met hun celkern en dendrieten verdwijnen uit de hersenen.
Auteur: Myrthe Princen