De hersenen bestaan uit veel verschillende hersengebieden. Die hebben soms min of meer een eigen taak. Een manier om de hersenen te onderzoeken is dan ook te kijken, bijvoorbeeld door middel van fMRI, welke gebieden betrokken zijn bij welke taken, cognitieve processen, of gedrag. Maar die hersengebieden staan niet helemaal los van elkaar; ze moeten ook met elkaar communiceren! Communicatie binnen en tussen hersengebieden gebeurt vaak door middel van de welbekende hersengolven. Die noemen we ook wel oscillaties (moeilijk woord voor golven).
Zoals morse code gebruikt kan worden voor communicatie, omdat informatie gecodeerd wordt in de tijdsverschillen tussen opeenvolgende piepjes, kunnen hersencellen ook informatie doorspelen door wat we noemen een ‘temporele code’. Dat is weer een moeilijk woord voor signalen doorgeven in bepaalde ritmes of op bepaalde momenten.
Het blijkt dat het brein veelvuldig gebruik maakt van hersengolven, oscillaties, in die temporele code. Hersengebieden communiceren dus door activiteit te laten oscilleren, met een bepaalde frequentie (hoe snel gaan de activiteits-golven op en neer) en een bepaalde fase (op welk punt van de golf zijn we op een gegeven moment). Hoe verschillende gebieden hun hersengolven op elkaar afstemmen lijkt een belangrijk facet van communicatie binnen de hersenen en is daarom een zeer actief onderzoeksgebied momenteel!
Auteur: Tom de Graaf